De laatste week: intens maar geweldig!  - Reisverslag uit Ubud, Indonesië van Mick Baas - WaarBenJij.nu De laatste week: intens maar geweldig!  - Reisverslag uit Ubud, Indonesië van Mick Baas - WaarBenJij.nu

De laatste week: intens maar geweldig! 

Door: mickbaas

Blijf op de hoogte en volg Mick

14 Februari 2012 | Indonesië, Ubud


Op maandagochtend zijn Francis en ik naar Mataram gebracht waar onze bus richting Labuan Bajo op het eiland Flores klaarstond. Op het station werden onze tickets omgewisseld en stond er ineens uit het niets dat we geld moesten betalen voor onze tassen. Daar waren we het uiteraard niet mee eens, maar de mannen waren echt heel erg agressief en wij waren moe en ik het uiteraard net op dat moment geen geld op mijn mobiel om te bellen of dat allemaal wel klopte. Dus we gaven ze het geld en toen ik prepaid had gekocht en de man waar we de tickets hadden gekocht opbelde waren ze binnen een ogenblik vertrokken! Opgelicht voor twee euro! Niet heel veel geld, maar wel irritant natuurlijk, dus op dat moment hadden we het even gehad met de Indonesiërs, vooral toen we naar een winkelcentrum wilden gaan en niemand ons echt de weg wees maar vertelde dat ze ons wel zouden brengen in hun bus! Gelukkig waren de 'echte' mensen van de bus een stuk aardiger en na een half uur verkopers en 'straatmuzikanten' in de bus te hebben gehad gingen we eindelijk op weg. Na een korte rit kwamen we aan bij de veerboot die ons naar Sumbawa bracht. Rond een uur of 9 kwamen we op Sumbawa aan, maar pas om 12 uur stopten we voor ons avondeten. De bus was overigens tjokvol met locals, de beloofde tv werd niet uitgeklapt en de wc zat vol met bagage. Ja, je kunt je eraan irriteren maar je kan er maar beter om lachen en na een paar weken in Indonesië ben ik niet anders gewend. Na het eten begon de 8 uur durende rit naar de volgende haven. Ik kon lekker achterover liggen en ben een paar keer weggedoezeld. Toen ik wakker werd zag ik dat het wel erg donker was, de koplampen hadden het begeven, dus we reden in het pikkedonker over slingerende bergpaden, maar ik was simpelweg te moe om mij daar druk over te maken. Een nadeel van de kapotte lichten was dat we heel langzaam reden en dus toen het weer licht was deze tijd moesten inhalen. Toen we om kwart over 8 bij de haven aankwamen rende wij net op tijd de pier op om de boot te zien wegvaren! Letterlijk een minuut te laat op een tocht van 15 uur! Daar waren we wel echt heel erg zuur van, met name omdat de bus op het laatste stuk nog een paar keer stopte om mensen op te pikken en weer af te zetten. Na veel gedoe bleek dat we geen geld terug zouden krijgen maar wel in een redelijk hotel voor 2 euro mochten slapen. Die dag hebben we dus niet zo heel veel gedaan, het was ironisch genoeg ook best slecht weer. Eigenlijk hebben we ons meer een beetje opgefrist en bijgeslapen. 
 Woensdag stonden we om 7 uur al met een kaartje klaar om niet te laat te zijn en zat om 8 uur op de boot. En om ons nog meer te 'fucken' vertrok de boot pas om 10 uur. De tocht duurde een uur of 7 en was een beetje saai, maar je kon wel redelijk slapen en een beetje een boekje lezen. Bovendien was het weer prima en de eilanden waar we langs kwamen waren ook zeker niet lelijk. Labuan Bajo is een verrassend leuk vissersdorpje met een mooie winkelstraat en veel toeristen, maar het voelde niet toeristisch, lekker rustig. Na honderd meter lopen hadden we een mooi hotel gevonden en vijf minuten later hadden we een Komodo tour geboekt. Het zag er allemaal weer een stuk beter uit. Totdat we erachter kwamen dat de bus van Labuan Bajo naar Ende twee dagen duurde in plaats van een. Dat betekende dat we niet genoeg tijd zouden hebben en dus nog een extra vlucht moesten boeken. Gelukkig was dat niet eens zo heel duur en eigenlijk wel een stuk relaxer dan weer in de bus zitten. 
De volgende ochtend was het dan eindelijk zo ver, de tweedaagse toer door het Komodo National Park ging van start, en alsof het zo moest zijn was het stralend weer. Samen met een Spaans stel en een Nederlandse man gingen we met drie schippers op een klein bootje op weg. Een zeer gezellig gezelschap met mensen die al veel hadden gereisd. We waren nog geen half uur onderweg of ik kwam erachter dat ik mijn onderwater camera was vergeten! Echt heel erg dom want we zouden veel gaan snorkelen. Het eerste eiland was Rinca, een van de vier eilanden waar Komodovaranen voorkomen. We hadden letterlijk nog niet aangemeerd of een van de schippers riep al 'dragon!' ik dacht dat ie een grapje maakte want hij wees naar een ander bootje met een stel locals erin. Maar toen ik langs de boot keek zag ik tot mijn grote verbazing dat er inderdaad een varaan langs een hutje sjokte. Een beetje bang maar vooral enthousiast kwamen we dichterbij om de Komodovaraan goed te kunnen bekijken. Hij was erg kalm en liet zich, na enig aandringen met een stok, makkelijk wegjagen zodat we verder konden. Toen we de hoek om kwamen en naar het dorpje liepen leek het wel alsof ik in een scène van The Lost World was beland. Moeras met aparte krabben, hoge bergen, groene heuvels met vreemde planten en middenin het tropische woud een kleine nederzetting die werd omringd door de 'draken'. Het was tegen het middaguur en erg heet waardoor de varanen een beetje lagen te luieren in de schaduw. We konden tot ongeveer een meter afstand komen en zo kon je goed zien we een prehistorische dieren het zijn. Een krachtige staart, enorme klauwen, kwijl dat zo'n 50 verschillende bacteriën bevat en het temperament van een dolle stier maken dit beestje niet iets wat je als huisdier zou nemen. Toen we het oerwoud inliepen om nog meer van het eiland te zien keek iedereen natuurlijk achter elke boom of daar niet zo'n lieverdje lag. We gingen op zoek naar varanen, buffels, herten en zwijnen, maar toen we vroegen of er nog meer dieren op dit eiland waren zei de gids doodleuk dat er ook cobra's en andere giftige slangen wonen! Haha toen liepen we nog minder relax door de jungle. Na een tijdje lopen kwamen we bij een nest dat werd bewaakt door een groot wijfje, die nogal dreigend begon te sissen toen we dichterbij wilden komen, een mooi moment om verder te kijken wat er te zien was op dit prachtige eiland. Na een tijdje lopen in de adembenemende wildernis kwamen we nog langs twee enorme buffels, waar volgens mij zelfs de varanen moeite mee zouden hebben, die rustig stonden te drinken. Toen we weer terug in het dorpje kwamen lagen de varanen er nog net zo bij, erg lui dus en deze waren niet eens zo heel groot, nog geen twee meter. Terug op de boot stond een geweldige lunch met allemaal lokale lekkernijen voor ons klaar, dit had niemand echt verwacht voor de prijs die we hadden betaald. Vlak na de lunch moesten we met onze volle buiken gaan snorkelen bij een afgelegen eiland waar we zelfs omheen konden zwemmen. Ook hier weer prachtig helder water en overal koraal en kleurrijke vissen. Wel grappig dat als je naar de bodem dook om de anemonen van dichtbij te bekijken die 'finding Nemo' vissen heel brutaal een paar centimeter van je neus gingen zwemmen om de boel te beschermen. Tegen een uur of vier begon het wat bewolkter en kouder te worden toen we bij Pink Beach aankwamen, dat er op het eerste gezicht redelijk wit uitzag. Omdat het al wat donkerder werd had de groep niet heel veel zin meer om te snorkelen, maar gewoon omdat het kan sprong ik toch even het water in. Wauw! Dat was nog eens een goede beslissing! Het water was echt bizar helder, je kon letterlijk onderwater een boot zien die ruim vijftig meter verderop lag, en dan het koraal! Geen vierkante centimeter was hetzelfde, overal aparte structuren van koraal en anemonen. Grote vissen zwommen voorbij om een school van duizenden kleine visjes te vangen en onder de boot lag zelfs een pijlstaartrog. Nu baalde ik echt enorm dat ik mijn onderwatercamera was vergeten! Ik schreeuwde direct dat iedereen het water in moest komen en we zijn daar gebleven tot het begon te regenen. Ook nu stond er weer een uitgebreide maaltijd klaar en het regende maar heel zachtjes voor niet langer dan een half uur, toch werden we helemaal in de watten gelegd en werd het dek afgeschermd. Na het eten hebben we anker gelegd naast een eiland vol met Vliegende Vossen (vleermuizen) die tijdens de zonsondergang massaal uitvlogen. Na nog even gepraat te hebben werden onze bedden op het dek klaargemaakt en konden we heerlijk gaan slapen onder het zachte deinen van een kalme zee. 
De volgende ochtend werden we vroeg gewekt en na een snel ontbijt stonden we om 7 uur al op het eiland Komodo. Dit was zo vroeg omdat er een cruiseschip in de buurt was die we liever voor wilden zijn. Met de gids  zijn we het eiland opgelopen en al gauw kwamen we er achter dat de varanen op dit eiland een slagje groter zijn. Op een open plek in het bos lagen vier draken die allemaal toch wel de drie meter voorbij waren. Toen we aankwamen begonnen ze zich nogal onheilspellend te verspreiden. Met stokken (die je met je pink kon breken) werden de dieren op afstand gehouden wat ze waren minstens net zo geïnteresseerd in ons als wij in hun. Twee varanen begonnen te sissen naar elkaar, maar tot een echt gevecht kwam het jammergenoeg niet omdat een van de twee een heel eind groter was. Na een half uur verder lopen door de jungle werden we door onze gids al afgezet in het dorpje met alle souvenirtentjes terwijl we om een tocht van twee uur hadden gevraagd. Vooral de Spanjaard was daar uiteraard erg boos over dus bracht de gids ons verder het eiland in. Helaas had hij daarna niet veel meer te zeggen en afgezien van een kleine varaan die snel wegdook toen we aankwamen hebben we niets bijzonders meer gezien. Op de boot vroegen we of we tijd hadden om nog een keer naar Pink Beach te gaan om te snorkelen. Dat kon en een uur later doken we weer in de wonderbaarlijke wereld van al die kleurenpracht. Toen ik het strand op zwom zag ik pas dat het strand wel degelijk roze getint was door kleine roze kiezeltjes die daar verspreid lagen. Deze keer scheen de zon en kon je zo mogelijk nog verder kijken. Geweldig om daar te snorkelen, maar we hadden nog een mooie plek op het programma staan. Na twee uur varen tussen alle verlaten eilanden door kwamen we bij Manta Point. Je raad het al: dat is de plek waar de enorme Mantaroggen komen om plankton uit de zee te filteren. We waren bijna op volle zee daar en het was een stuk dieper, ik kon toen ik van de boot sprong de bodem niet zien. Dat gaf mij eigenlijk niet echt een fijn gevoel, maar toen ik verder zwom zag ik al vaag de omtrekken van de bodem. Ik dacht zelfs dat ik al in het diepe een rog zag liggen, wat achteraf gewoon een steen bleek te zijn want wanneer je een rog ziet dan weet je dat ook direct zeker. Het duurde een tijdje voordat ik de eerste zag maar toen ik er een onder mij zag langszweven sloeg mijn hart een paar slagen over! Wat een enorme beesten zijn dat! Ik heb hem een tijdje gevolgd maar durfde niet echt dichtbij te komen ondanks dat ik weet dat ze je geen kwaad doen. Toen ik boven water met de Nederlandse man aan het praten was sprong er zelfs een nog geen tien meter achter hem het water uit! Maar naarmate de tijd vorderde kreeg mijn nieuwsgierigheid de overhand en probeerde ik naar de beesten toe te duiken. Op een gegeven moment kwam in op 20 centimeter van een joekel, maar ik kon er net niet bij (misschien ook omdat ik toen pas doorkreeg dat de manta een meter of vier was en dat toch wel behoorlijk intimiderend was).  Eigenlijk was iedereen naderhand nog enthousiaster over de roggen dan over de varanen. Vlak voordat we weer terugkeerden in Labuan Bajo gingen we nog een keer snorkelen, maar dat hadden we misschien niet moeten doen want het was lang niet zo leuk als de andere keren, waarschijnlijk waren we allemaal een beetje verzadigd/verwend door de ervaringen van de afgelopen twee dagen. De rest van de dag hebben we een beetje gerelaxed. Francis kreeg van de Spanjaarden heel veel tips voor zijn reis naar Nepal en dat klonk allemaal zo goed dat Nepal een stuk hoger staat op mijn (eigenlijk alleen maar langer wordende) 'to-do list'! 
Zaterdag zijn Francis en ik naar Ende gevlogen. Het was eigenlijk helemaal niet zo'n krakkemikkig vliegtuig als je wel eens hoort van Indonesië en een half uur na opstijgen stonden we alweer op het vliegveld van Ende. Een prachtige lokatie overigens, midden tussen de palmbomen met de zee aan de ene kant en een bergrug aan de andere. Tijdens het landen liepen een aantal kinderen gewoon op het gras langs de landingsbaan vrolijk te zwaaien naar het vliegtuig, in Europa zouden ze waarschijnlijk neergeschoten worden maar hier kan dat allemaal! Door een nogal louche taxichauffeur werden we voor een prikkie naar de bushalte richting Moni gebracht. De bus reed al lang niet meer dus hij wilde ons wel brengen voor 30 euro, terwijl het met de bus 4 euro kost! Wij zochten een bemo (mix tussen een taxi en een bus) om daar de prijs te vragen, maar die kerel liep met ons mee en begon tegen iedereen in het Indonesisch te praten en ineens was de prijs overal 30 euro! Dus we vroegen de de beste man (eikel) vriendelijk doch dringend op te rotten. Toen probeerden we wat nieuws, we gingen kijken of liften in dit land ook werkt. Na een paar motoren te hebben afgeslagen (ik had geen zin om anderhalf uur met een zware backpack achterop te zitten door de steile bergwegen) stopte er een auto voor ons. Voor 5 euro wilde hij ons wel naar Moni brengen, dus met een grote grijns en een dikke middelvinger naar iedereen die ons probeerde op te lichten stapten we in. 
Zondag ging om 4 uur de wekker al, we gingen met scooters op weg naar de zonsopgang op Kelimutu. Kelimutu is een vulkaan dichtbij Moni met drie bijzondere bergmeren die iedere paar jaar langzaam van kleur veranderen door verschillende mineralen die in het water oplossen. We waren ruim op tijd voor zonsopkomst en afgezien 3 supergezellige Canadezen en een stille Duitser waren we de enigen in het park. De zonsopgang was eigenlijk niet eens zo spectaculair maar toen de zon hoog genoeg was om de meren goed te kunnen zien was het des te mooier. Een helder blauw maar dat bijna radioactief leek te stralen met aan de zijkanten al geel/gouden vlekken erin van opgelost zwavel. Het tweede meer was ook helder blauw maar hier was wat thermische activiteit gaande. Er kwamen wat bellen omhoog die lichte vlekken achterlieten. Het water leek ook erg dik, als je er een steen ingooide bleven de bellen minuten lang staan en er waren bijna geen golven ondanks de wind. Heel apart, bijna buitenaards om te zien. Het derde meer lag eerst in een dikke mist gehuld en lag een stuk dieper een ravijn in. Toen de mist opklaarde legde het een gitzwart meer bloot met een perfecte reflectie van de rotsen erachter. Heel erg mooi allemaal, en in ben benieuwd hoe de meren er over een paar jaar uit zien. Terug naar Moni zijn we nog door een paar enorme rijstvelden gereden en toen was het voor mij alweer tijd om te gaan. Francis bleef nog een extra dag in Moni en dus na van hem afscheid te hebben genomen kon in met de Canadezen meerijden naar het vliegveld van Ende. Al met al ben in nog geen 24 uur daar geweest, maar het was het absoluut waard. Na een vlucht van 2 uur met een tussenstop die ik niet eens heb gemerkt omdat ik lag te maffen stond ik weer in Bali. Door samen met en net als een Balinese bemo chauffeur extra passagiers te regelen kon in een goedkope rit naar Ubud krijgen. 's Avonds ben ik eens lekker naar een pizzeria gegaan want daar had ik wel zin in na twee weken de meest dubieuze dingen te hebben gegeten.
Maandag heb ik het even rustig aan gedaan. Ik heb een rondje gelopen door Ubud en het is eigenlijk best een leuke stad. Erg gezellig, redelijk schoon en je hebt gewoon weer alle faciliteiten die je nodig hebt. Het enige nadeel van weer op Bali zijn is dat je om de haverklap 'transport' en 'yes, lookie lookie' hoort. Heerlijk van de zon genoten en het Monkey Forest compleet genegeerd, na zo'n hoop gezien te hebben kunnen die apen aan mijn achterwerk oxideren (lekker Jan!). Die avond ben ik nog wel even naar een Balinese dans en muziekvoorstelling in het Ubud Palace gegaan om toch nog wat cultuur van Ubud op te doen. Was erg interessant, mooie kledij en de bewegingen die ze konden maken met hun handen waren echt onnavolgbaar. Na een tijdje werd het, voor mij in ieder geval, een beetje veel van hetzelfde. Na de voorstelling ben ik mij gaan voorbereiden op mijn reis terug naar het, op dit moment, erg koude kikkerlandje. Het is moeilijk te geloven dat de drie maanden al over zijn. Ik had graag nog wel meer willen zien, vooral Indonesië dat zo ongelooflijk groot is, maar als je zo denkt kun je je hele leven wel bezig blijven. Bovendien merk ik dat mijn hoofd echt vol zit van alles wat ik de afgelopen maanden heb meegemaakt. Ik heb daarom ook wel weer zin om naar huis te gaan en iedereen weer te zien en te spreken. Als jullie ook maar voor 1 procent hebben genoten van mijn verhalen als ik van mijn reis dan ben ik dik tevreden! Ik hoop jullie allemaal snel te zien!  

  • 14 Februari 2012 - 14:33

    Moeders:

    Nou Mick, ik heb voor de volle 100% van je verhalen genoten.
    Las net dat je nu in Hong Kong bent, zie je morgenochtend op Schiphol.
    EINDELIJK!!!!

  • 14 Februari 2012 - 15:53

    Joke :

    Hallo Mick,

    We hebben zeker genoten van je verhalen.En niet voor 1% maar ook voor 100% . Wat heb jij veel gezien en meegemaakt. Goede reis en tot ziens.

    Joke


  • 14 Februari 2012 - 15:56

    Ria:

    Mick
    Ik heb van je verslagen genoten.......en heel wat meer dan 1 % !!!
    Zie je snel in ons koude landje. Goede reis.

    groetjes van de Brugjes

  • 14 Februari 2012 - 17:42

    Clary:

    Hoi Mick, geen twijfel. Ook Nico en ik hebben volop genoten van je verhalen.
    Goede reis.

  • 14 Februari 2012 - 22:39

    Lena:

    Ik dacht meteen, "ik heb 100% genoten van je verhalen", maar ik ben niet de eerste die dat denkt zie ik nu.
    Je bent al bijna in Nederland, welkom thuis in ons kikkerland. Mazzel, het is nu een graad of 20 warmer dan een week geleden.
    groetjes, Lena

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Mick

Actief sinds 13 Nov. 2011
Verslag gelezen: 647
Totaal aantal bezoekers 24878

Voorgaande reizen:

08 Februari 2014 - 26 April 2014

Tropenstage Kumi, Oeganda

17 November 2011 - 15 Februari 2012

Nieuw-Zeeland, Australië, Singapore en Indonesië

Landen bezocht: